►Traditie zorgt dat aantrekkingskracht van schutterij groot blijft

img_2393

Bart Verhoeven is de winnaar van De Gijsbrecht van schutterij Gijsbrecht van Aemstel van Doornenburg. Nu de koningstitel nog.

 

Of je in Doornenburg nou president bent of koning, op de woensdag na de kermis moeten de handen uit de mouwen worden gestoken om het schuttersgebouw weer op te ruimen. Ook Bart Verhoeven, de winnaar van ‘de Gijsbrecht’ ontkomt daar niet aan.

‘De Gijsbrecht’ is een beeldje dat jaarlijks wordt uitgereikt aan iemand die zich bijzonder verdienstelijk maakt voor het gilde. Verhoeven kan er niet over uit dat hem deze eer te beurt is gevallen. “Voor de uitreiking begon zag ik mijn moeder zitten. Die is nooit bij activiteiten van de schutterij, toen voelde ik nattigheid.”

President Geert Claassen is een van de keuzeheren. Hij vertelt dat Verhoeven altijd voor anderen klaar staat. “Bij de schutterij, maar ook als het kinderdorp gaande is.”

De timmerman is daar zelf bescheiden over: “Ik vraag niet om waardering en vat de onderscheiding tevens op als eerbetoon aan de bielemannen.”

Want dat is Verhoeven ook: bieleman van het eerste uur. Begin deze eeuw kwam hij voor het eerst met dit fenomeen in aanraking, op een concours. Een bieleman of bijlman loopt voorop in optochten van schuttersgildes. Een overblijfsel uit het verleden, toen aan het hoofd van marscolonnes mannen met bijlen liepen om hindernissen uit de weg te ruimen. Tegenwoordig maken deze mannen er sport van om zo snel mogelijk een boomstam in stukken te hakken. “Ik vond dat geweldig om te zien en dacht ‘dat kunnen wij hier ook’.”

Het sportieve element is inmiddels wat naar de achtergrond verdwenen, zegt Verhoeven. “Het gaat meer om de gezelligheid. We hebben sowieso veel plezier tijdens de kermis. Rondrijden met de geluidswagen vind ik prachtig en alles opbouwen rondom het schieten ook. Elke dag beginnen we met een gebakken eitje. Daarop hou ik het lang vol.”

In de toekomst zou Verhoeven nog wel eens koning willen worden. Voor Hans van ’t Hullenaar, dit jaar titelhouder, was dat ook een langgekoesterde wens. Hij was afgelopen weekend de enige kandidaat. Maar laat niemand denken dat het met de schutterij dezelfde kant op gaat als met de lokale carnavalsvereniging. Die dreigt te verdwijnen, omdat de jeugd nog wel van feesten houdt maar niet van alle ceremonieel eromheen. “Bij ons is alle traditie juist een deel van de aantrekkingskracht”, meent Van ’t Hullenaar. Verhoeven beaamt dat: “Als kinderen oefenen met vendelzwaaien of schieten, zijn ze verkocht.”

Dat weinig mannen zich kandidaat stellen, heeft een praktische reden, denkt Van ’t Hullenaar: “de meeste vrouwen zien het niet zitten om een jaar als koningin te moeten aantreden.”

“Maar ik vind het juist hartstikke leuk”, zegt Marion Egging, de vorstin in kwestie.

De president wijst erop dat de schutterij dieper geworteld is in de lokale samenleving, net als dat in Gendt en Huissen. Zo vieren de Doornenburgse schutters dit jaar hun 225-jarig bestaan, terwijl het carnaval van 1969 dateert.

De circa 700 leden tellende schutterij doet veel om jeugd aan zich te binden, vertelt Claassen. “We praten veel met ze. Bijvoorbeeld over welke muziek ze bij ons willen horen. Dit jaar moesten we tijdens het kermisfeest weer veel jeugd tegenhouden bij de deur, pas vanaf 16 jaar mogen ze binnen.”

De schutters dragen ook maatschappelijk hun steentje bij. Claassen: “Zo steunen we onder meer de koffieochtend voor ouderen met een financiële bijdrage, net als de zonnebloem, het koor en de harmonie. En niet onbelangrijk: de contributie van 25 euro per jaar halen we aan de deur op. Zo praten we met iedereen.”

Verhoeven trekt een parallel tussen de Doornenburgse kermis en de Nijmeegse vierdaagse. “Menigeen die het ziet denkt: ‘volgend jaar doe ik mee.’.”

Bron: De Gelderlander, editie Betuwe, d.d. 22-9-2016

Tekst: Marc van Onna  Foto: Erik van ’t Hullenaar

Altijd bereid om te helpen